Verwarm een normale oven voor op 180 graden Celsius. Snijd het konijn in stukken. Zo ook de pancetta. Schil en snijd de aardappels in grote dobbelstenen.

Doe de olijfolie, de boter en de pancetta in een pan met een dikke bodem en zet het op een laag vuur. De bedoeling is dat de pancetta zijn smaak afgeeft aan de vetten van de olie en boter. De boter zorgt ervoor dat het konijn lekker bruin kleurt. Voeg dan de konijn in stukken toe en braadt deze op een matig vuur. Roer regelmatig. Laat de konijn aan alle kanten bruin worden. Dit duurt ca. 10 minuten.

Voeg vervolgens zout en peper toe en de witte wijn. Voeg ook alle kruiden toe. Zet het vuur hoog en doe een deksel twee minuten op de pan. Haal de deksel van de pan en laat de wijn verdampen.

Leg alles op een ovenschaal en strooi er olie overheen. En hup de oven in. Controleer de gaarheid van het konijn na 30 minuten. Als het konijn gaar is, haal deze uit de ovenschaal en zet de ovenschaal weer in de oven. Maar nu onder de grill op 230 graden Celsius. Doe dit 4 minuten. Hussel de aardappels door elkaar en weer 4 minuten onder de grill. Voeg dan de konijn toe en grill alles nog ongeveer 5 minuten tot de aardappels krokant zijn.